Wat betekent een hele of halve knieprothese?
Een knieprothese wordt ook wel een kunstknie genoemd. Deze bestaan in verschillende varianten; zo is er de hele en de halve knieprothese. Zoals de naam al aangeeft, wordt bij een hele knieprothese de hele knie vervangen. De knieschijf wordt hierbij niet standaard meegenomen. Bij een halve knieprothese wordt alleen het versleten deel aan de binnenzijde van de knie vervangen. Hierbij kunnen de banden in de knie behouden worden.
Waarom een knieprothese?
Kniepijn, en de daarmee gepaard gaande beperkingen, vormen de belangrijkste reden om bij een versleten knie een prothese te plaatsen. Meestal wordt de pijn na de operatie geleidelijk minder. Soms wordt de pijn niet minder. Na een jaar zeggen 83 van de 100 patiënten (83%) dat de pijn minder of veel minder is geworden.
Met een knieprothese kunnen de meeste mensen zich makkelijker bewegen dan voor de operatie. Rustige sporten zoals wandelen, zwemmen, golfen en fietsen kunt u veilig doen. Balsporten, zoals basketbal, voetbal en volleybal, of hardlopen kunt u beter niet doen.
Op consultkaart.nl en in onze CWZ orthopedie behandelapp vindt u aanvullende informatie.
Wanneer een hele of een halve knieprothese?
Het kniegewricht kan in drie compartimenten worden verdeeld: het binnenste, het buitenste, en het voorste deel. Vaak is de hele knie versleten, maar dit is lang niet altijd het geval. Met enige regelmaat is alleen het binnenste compartiment versleten, terwijl de rest nog goed is.
Met een halve knieprothese wordt alleen het versleten deel van de knie vervangen. De rest blijft dus intact; zo worden onder andere de kruisbanden behouden. De operatie is minder uitgebreid dan bij vervanging van de totale knie. Er is minder bloedverlies, de kans op complicaties is kleiner, het herstel verloopt sneller, en de functie is vaak beter.
Voorwaarde voor een halve knieprothese is dat de stabiliteit van de knie goed is. Er mag dus geen instabiliteit zijn door bijvoorbeeld een gescheurde voorste kruisband in het verleden.
Wat zijn de risico’s en bijwerkingen van een knieprothese?
Minder dan 1 van de 100 patiënten (<1%) krijgt een infectie aan de wond die behandeld moet worden. Heel soms krijgt een patiënt een infectie aan de kunstknie. Dan is een nieuwe operatie nodig, gecombineerd met een langdurige antibiotica behandeling. Soms laat de kunstknie na een tijdje los. Dan is ook een nieuwe operatie nodig. 2 van de 100 patiënten (2%) krijgen bloedstolsels in het been (trombosebeen). Naast de standaard risico’s die verbonden zijn aan een knieprothese, zijn er specifieke risico’s verbonden aan een halve knieprothese. De kans op een revisie operatie is iets groter in vergelijking met een totale knieprothese. Revisie operaties zijn vaak lastiger dan de eerste operatie, en de functie van de knie na een revisie operatie is potentieel slechter. De risico’s op complicaties zijn groter als u andere aandoeningen heeft, rookt of te zwaar bent. De kans dat de kunstknie vervangen moet worden, hangt af van uw leeftijd en hoeveel u beweegt. Over het algemeen moet een kunstknie na 15 tot 20 jaar vervangen worden.
U krijgt een knieprothese, hoe gaat dat in het CWZ?
Samen met uw behandelaar is besloten om de versleten knie te vervangen voor een knieprothese. Wat staat u te wachten?
In het CWZ kunt u direct een operatiedatum plannen. Er worden gegevens van u verzameld om onze kwaliteit te bewaken en te verbeteren. U krijgt een afspraak bij de anesthesist en voor de groepsvoorlichting op de polikliniek orthopedie. Ook maken we met u een inschatting of u na de operatie naar huis kunt, of er eventuele extra thuishulp nodig is, of dat u in aanmerking komt voor tijdelijke revalidatie of verblijf in een instelling. Dit geeft u vooraf duidelijkheid en schept rust.
Voor de operatie krijgt u een ruggenprik of u gaat onder narcose. Uw arts vervangt uw knie door een kunstknie. U mag de knie belasten zodra u weer op de afdeling bent en zich fit genoeg voelt. Onze fysiotherapeut helpt u nog dezelfde dag letterlijk weer op de been. Dit is onderdeel van onze ‘Fast Track’ benadering, waarbij lokale pijnstilling een belangrijke rol speelt. Zodra het veilig is en de pijn onder controle, kunt u het ziekenhuis weer verlaten. Dit is vaak op de eerste of tweede dag na de operatie.
Als u weer thuis bent, gebruikt u nog 4 weken bloedverdunners. U loopt in het begin met krukken of rollator. Deze bouwt u met uw fysiotherapeut af. De duur van het herstel varieert. Na ongeveer een half jaar loopt u weer normaal. Het totale herstel kan een jaar duren.
Kniespecialisten
Dr. Epyng Hu, dr. Paul Schwering, dr. Sander Koeter, dr. Jacco Jenner, dr. Siebren Tigchelaar en dr. Justus Jansen zijn specialisten op het gebied van de hele knieprothese. Daarnaast zijn Dr. Paul Schwering, dr. Sander Koeter en dr. Justus Jansen specialisten op het gebied van de halve knieprothese.
Advies nodig?
Orthopedie Nijmegen (CWZ) heeft een team van orthopedische chirurgen en verpleegkundige specialisten. Heb je vragen over een knieprothese of andere aandoeningen? Grote kans dat onze specialisten het kunnen beantwoorden. Neem gerust contact op met ons!
