Hoe wordt heupdysplasie behandeld?
In een eerder artikel gaven wij antwoord op de vraag: Wat is heupdysplasie? In deze blog lees je over de behandeling van heupdysplasie die voornamelijk thuis plaatsvindt. Is bij het kind de diagnose van heupdysplasie vastgesteld? Dan wordt er een spreidbroekje aangemeten. Met het spreidbroekje wordt er voor gezorgd dat de beentjes van het kind in een gespreide stand blijft. De heupkop wordt zo in het centrum van de heupkom gebracht en het gewricht gestimuleerd om zicht op de juiste wijze te ontwikkelen.
Campspreider
De bekendste vorm van een spreidbroek is een Campspreider. De Campspreider is een afneembare broek van kunststof met een instelbare metalen strip aan voor- en achterzijde. Hiermee blijven de beentjes in een gespreide stand staan en geeft zo minder bewegingsvrijheid. De Campspreider wordt aangemeten door de instrumentmaker van het ziekenhuis. De Campspreider werkt alleen goed wanneer die elke keer goed omgedaan wordt. Dit vergt wel enige vaardigheid. Daarnaast is het belangrijk dat het spreidbroekje dag en nacht wordt gedragen. Bij het in bad doen en tijdens het aan-en uitkleden mag het spreidbroekje even af.
In feite draagt het kind dit broekje dus 23 van de 24 uur op een dag, maar heeft als het goed is geen last van. Meestal duurt deze behandeling vier tot zes maanden. Na 12 weken zal de orthopeed het kind op de polikliniek controleren en wordt er een röntgenfoto gemaakt om de beoordelen of het gewricht zich meer ontwikkeld heeft. Er wordt dan besloten of het noodzakelijk is om het spreidbroekje nog even te blijven dragen. Wanneer de heupafwijking pas na een half jaar wordt ontdekt, duurt de behandeling vaak langer.
Behandeling van heupluxatie bij heupdysplasie
Bij een heupluxatie Ook deze behandeling vindt in eerste instantie thuis plaats. Na het vaststellen van de diagnose, wordt ook een spreidbroekje (Pavlik-bandage) aangemeten. De Pavlik-bandage is een soort “tuigje” wat met behulp van gespen om het middel en de beentjes van uw kind vastgemaakt wordt. De bandage werkt alleen goed wanneer deze elke keer goed omgedaan wordt. Net als bij het spreidbroekje vergt dit ook enige vaardigheid. Daarnaast is het belangrijk dat de Pavlik-bandage dag en nacht wordt gedragen.Bij het in bad doen en tijdens het aan- en uitkleden mag hij even af. Wanneer blijkt dat het met behulp van de Pavlik-bandage lukt om het heupje weer in de kom te krijgen, kan dit worden vervangen door een Campspreider.
Tractiebehandeling
Als door de behandeling met de Pavlik-bandage het niet lukt om het heupje weer in de kom te krijgen, wordt er gestart met tractiebehandeling. Bij tractiebehandeling wordt een schuimrubber rekverband om de beentjes van uw kind gelegd. Hieraan worden gewichtjes gehangen. De eerste dagen ligt uw kind met de beentjes verticaal omhoog. Daarna volgt een periode van spreiding. Het doel van deze behandeling is om de verkorte spieren en gewrichtsbanden voorzichtig op te rekken. Hierdoor komt de ontwrichte heupkop weer op zijn plaats in de heupkom. Om de tractie aan te leggen is het noodzakelijk dat uw kind hiervoor ongeveer 2 tot 3 dagen opgenomen wordt in het ziekenhuis.
De tractiebehandeling duurt in totaal 4 weken en kan na ontslag uit het ziekenhuis bij u thuis worden voortgezet. Om deze behandeling bij u thuis te begeleiden wordt een zelfstandig werkende gipsverbandmeester ingeschakeld. Hij/zij zal de tractie bij u thuis installeren (dat wil zeggen de gewichtjes en het bedje) en zal regelmatig langskomen om de tractie bij te stellen. Dit gebeurd in overleg met de orthopeed. Na vier weken wordt de tractieperiode beëindigd. Nu wordt onder narcose met behulp van een zogenaamd arthrogram
gecontroleerd of de behandeling resultaat heeft gehad. Tevens wordt er bij uw kind een gipsbroek aangelegd.
Voor het maken van een arthrogram en het aanleggen van een gipsbroek wordt uw kind opgenomen op de kinderafdeling. Dit is een dagopname, dat wil zeggen dat u ‘s ochtends vroeg in het ziekenhuis komt en in de loop van de avond mag uw kind weer mee naar huis.
Bij een arthrogram wordt het heupgewricht ingespoten met contrastvloeistof. Door deze vloeistof wordt naast het bot ook het kraakbeen, bindweefsel en gewrichtskapsel zichtbaar. Voor dit onderzoek is een narcose noodzakelijk, het zal daarom plaatsvinden op de operatiekamer. Na het maken van de arthrogram wordt meteen de gipsbroek aangelegd. Het voordeel hierbij is dat uw kind dan onder narcose is en hier geen last van zal hebben.
Een gipsbroek is een rondom het lichaam aangelegd gips. We noemen het (nog) gips maar eigenlijk is het een lichtgewicht kunststof. Het kunststof wordt aangebracht vanaf de taille tot aan de enkels. In het kruis blijft een uitsparing zodat de luier gewoon om gedaan kan worden. De binnenkant bestaat uit een wattenlaag met een stoffen bekleding ter bescherming van de huid. Door de gipsbroek wordt de heup stevig op zijn plaats gehouden waardoor de kop niet
meer uit de kom kan gaan. De behandeling met een gipsbroek duurt drie maanden.
Na de behandeling met een gipsbroek is meestal de heupluxatie opgeheven. Er kan nog een heupdysplasie overblijven. Deze restdysplasie wordt dan behandeld met een spreidbroekje. De periode waarin het spreidbroekje gedragen dient te worden, is afhankelijk van de ernst van de heupdysplasie. Soms lukt het ondanks al deze behandelingen niet om de heup in de kom te krijgen en dan zal operatief ingrijpen noodzakelijk zijn. Na een succesvolle behandeling van heupdysplasie is het noodzakelijk dat de orthopeed het kind regelmatig controleert t/m 4-jarige leeftijd. Is de heup op 4-jarige leeftijd goed ontwikkeld, dan hoeft u meestal niet meer bang te zijn voor latere problemen.
Heeft u nog vragen over heupdysplasie?
Orthopedie Nijmegen (CWZ) heeft een team van orthopedische chirurgen en verpleegkundige specialisten. Heeft u vragen over heupdysplasie? Grote kans dat onze specialisten het kunnen beantwoorden. Neem gerust contact op met ons!