Wat is een totale heupprothese?

Een kunstheup wordt ook wel een heupprothese genoemd. Het heupgewricht is een kogelgewricht; deze bestaat uit een kop en een kom. Bij een totale heupprothese worden beide vervangen. Er bestaat ook een halve heupprothese (kophalsprothese), waarbij alleen de heupkop wordt vervangen.

Waarom een heupprothese?

Bij drie aandoeningen kan de orthopedisch chirurg adviseren om de heup te vervangen door een prothese.

  • Bij een versleten heup. Dit wordt ook wel heupartrose genoemd.
  • Bij een gebroken heup. Deze breuk bevindt zich in de verbinding tussen de kop en het lange gedeelte van het dijbeen. De breuk kan zijn ontstaan door een ongeval of botontkalking.
  • Bij een verstoorde bloeddoorstroming van de heup. Dit heet ook wel avasculaire heupkopnecrose. Het bot wordt dan zacht en de heupkop zakt in elkaar.

Heup en liespijn, en de daarmee gepaard gaande beperkingen, vormen de belangrijkste reden om bij een versleten heup een totale heupprothese te plaatsen. Meestal wordt de pijn na de operatie geleidelijk minder. Soms wordt de pijn niet minder. Na een jaar zeggen 87 van de 100 patiënten (87%) dat ze zeer tevreden zijn over hoeveel minder pijn ze hebben.

Met een heupprothese kunnen de meeste mensen zich makkelijker bewegen dan voor de operatie. Rustige sporten zoals wandelen, zwemmen, golfen en fietsen kunt u veilig doen. Balsporten, zoals basketbal, voetbal en volleybal, of hardlopen kunt u beter niet doen.

Een hele of een halve heupprothese?

Een hele heupprothese wordt ook wel een totale heupprothese genoemd. Deze prothese bestaat uit een heupkom en een steel met daarop de heupkop. Bij een versleten heup is er sprake van slijtage van het kraakbeen zowel aan de zijde van kop als de kom. Daarom wordt bij slijtage gekozen voor een totale heupprothese.

Met een halve heupprothese wordt een kophalsprothese bedoeld. Deze prothese bestaat uit een steel met daarop de heupkop en wordt vaak gebruikt voor de behandeling van oudere mensen met een gebroken heup. Omdat bij mensen met een gebroken heup alleen de kop is gebroken, hoeft de kom van het heupgewricht niet vervangen te worden.

Een halve heupprothese heeft als belangrijk voordeel over een totale heupprothese dat deze veel stabieler is. De kans dat de heup uit de kom schiet is daardoor zeer klein. Een nadeel van de halve heupprothese is dat slijtage van het kraakbeen aan de zijde van de kom op termijn voor pijnklachten kan gaan zorgen.

  • Totale heupprothese

U krijgt een heupprothese, hoe gaat dat in het CWZ?

Samen met uw behandelaar is besloten om de heup te vervangen voor een totale heupprothese. Wat staat u te wachten?

In het CWZ kunt u direct een operatiedatum plannen. Er worden gegevens van u verzameld om onze kwaliteit te bewaken en te verbeteren. U krijgt een afspraak bij de anesthesist en er wordt vooraf een inschatting gemaakt of u na de operatie naar huis kunt, of er thuishulp nodig is, of dat u beter tijdelijk in een herstel hotel kunt revalideren. Dit geeft duidelijkheid en schept rust.

Voor de operatie krijgt u een ruggenprik of u gaat onder narcose. Uw arts vervangt uw heup door een kunstheup. U mag de heup belasten zodra u weer op de afdeling bent en zich fit genoeg voelt. Onze fysiotherapeut helpt u nog dezelfde dag letterlijk weer op de been. Dit is onderdeel van onze ‘Fast Track’ benadering, waarbij optimale pijnstilling en mobiliteit een belangrijke rol spelen. Zodra het veilig is en de pijn onder controle, mag u naar huis of naar een tijdelijk herstelhotel. U blijft meestal 1 tot 3 dagen in het ziekenhuis.

Als u weer thuis bent, gebruikt u vier weken bloedverdunners. U loopt in het begin met krukken of rollator. Deze bouwt u met uw fysiotherapeut af. De duur van het herstel varieert. Na ongeveer een half jaar loopt u weer normaal.

Uw kunstheup wordt geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Dit register voor gewrichtsprothesen is in 2007 opgezet door de Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV).

Wat zijn de risico’s en bijwerkingen van een heupprothese?

Na een geslaagde heupoperatie en revalidatie zijn er geen leefregels en beperkingen voor de patiënt. Van de patiënten ouder dan 65 jaar krijgen minder dan 3 van de 100 (<3%) ernstige klachten na de operatie. Bijvoorbeeld een infectie aan de wond, een infectie aan de kunstheup, bloedverlies, bloedstolsel in de benen of longen, een hartaanval of de patiënt overlijdt. Heel soms schiet de heup na de operatie uit de kom. En heel soms is de lengte van de benen niet meer gelijk na de operatie. De risico’s op complicaties zijn groter wanneer u ouder bent, andere aandoeningen heeft, rookt of te zwaar bent. De kans dat de kunstheup vervangen moet worden, hangt af van uw leeftijd en hoeveel u beweegt. Ongeveer 10 van de 100 patiënten (10%) hebben na 20 jaar een nieuwe kunstheup nodig.

Verschil in heupprotheses

Ieder heup is anders, dus een heupprothese is maatwerk. In het CWZ wordt al jaren naar tevredenheid gewerkt met twee verschillende primaire heupprothesen. Meestal wordt een ongecementeerde prothese gebruikt van DePuy Synthes, die klemvast in het bot wordt geplaatst. De steel is van het type Corail en de kom van het type Pinnacle. Daarnaast is er een gecementeerde prothese van Stryker die met een 2-componenten lijm in het bot wordt geplakt. De steel en de kom zijn van het type Exeter.

Beide systemen zijn al lang op de markt en hebben goede resultaten op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid.

Voorste of achterste benadering van de heup?

Het heupgewricht zit diep in de lies. Bij het plaatsen van een kunstheup kan het gewricht van verschillende kanten worden benaderd. Vanouds wordt in het CWZ de achterste benadering gehanteerd. Deze benadering wordt ook wel de posterolaterale benadering genoemd. In Nederland is dit de meest gebruikte benadering. De laatste jaren wint de voorste (anterieure) benadering aan populariteit. Daarom wordt in het CWZ ook deze benadering aangeboden.

Iedere benadering kent voor- en nadelen. Volgens huidig beschikbare literatuur is het niet aannemelijk dat er in functioneel opzicht verschil is tussen de posterolaterale en de anterieure benadering.

Advies nodig?

Orthopedie Nijmegen (CWZ) heeft een team van orthopedische chirurgen en verpleegkundige specialisten. Dr. Epyng Hu, dr Paul Schwering, dr Enrico de Visser, dr Siebren Tigchelaar en dr Justus Jansen zijn de specialisten op het gebied van de heupprothese.

Heb je nog meer vragen over een totale heupprothese? Grote kans dat onze specialisten het kunnen beantwoorden. Neem gerust contact op met ons!